Met vilt kun je van alles maken. Vilt maak je van schapenwol. Kant en klare vilt heb ik ook, maar zelf maken is nog veel leuker natuurlijk! Maar als je meteen aan de slag wil kan dat ook. Er is vilt beschikbaar in allerlei kleuren en variaties.
Zie bij workshops wat je kan maken van vilt. Wil je een workshop volgen alleen of met vriendinnen neem dan contact op via: bolletjewolophol@outlook.com
Geschiedenis van Vilten:
Voor zover men kan nagaan, was vilt de eerste vorm van door de mens gemaakte textiel. De oudste viltresten dateren van ca. 6500 voor Christus en werden gevonden in Klein-Azië, het huidige westen van Turkije. Het is min of meer bij toeval ontdekt. In het voorjaar dat men de schapenstal ging uitmesten bleek dat de losse plukken wol door de schapenhoefjes in elkaar gehaakt waren. Wolvezels bevatten schubben, die in elkaar haken wanneer de haren over elkaar heen geschoven worden. Hierdoor ontstaat de hechte, dichte laag die vilt zo kenmerkt. Er komt geen (gelooide) huid aan te pas; de wol wordt verkregen door het scheren van het schaap. Waarna de haren weer aangroeien. Tegenwoordig wordt vilt vaak gebruikt voor creatieve doeleinden. Wol is goed te verven. In combinatie met keramiek kunnen er unieke decoraties worden gemaakt. Maar ook praktische kledingstukken als hoeden, sloffen of winddichte jassen worden van vilt gemaakt.
Om te vilten is ruwe wol een uistekende grondstof. De wol kan onbehandeld of gekaard gebruikt worden.
Veel woltypes zijn bruikbaar voor viltwerk, maar met name soorten met een (lang)harige structuur zijn heel geschikt. De ruime aanwezigheid van crimp (fijne golfjes) in de wol komt het viltproces ten goed. Wol van heideschaaprassen zijn hiervoor erg geschikt. Drager van populaire viltwol is het Drents Heideschaap, een ras dat al eeuwenlang in Nederland voorkomt. Andere populaire wolsoorten om te vilten komen van bijvoorbeeld de Schoonebeeker, Mergellander, Kempens Schaa, Ouessant, Coburger Fuchs, Heidschnucke, Waliiser Schwarznase, Racka, Wensleydale, Shetland en Herdwick.